'Een geschil doet
ook veel met
de zorgverlener'


Femke Ruitenbeek
promovendus/onderzoeker
letselschadepraktijk


Jaarverslag > Femke Ruitenbeek

Hoe is het om als arts aangesproken te worden op medische aansprakelijkheid? Wat doet dat met  jou en de relatie met de patiënt? Die vragen wil Femke Ruitenbeek in haar promotieonderzoek over de letselschadepraktijk beantwoorden. Ze spreekt hierover met artsen en analyseert de uitspraken van rechters en geschillencommissies. In 2018 lichtte ze op een studiedag van de SKGEgeschillencommissies enkele uitspraken door. 


Patiënt en arts hebben een belang te verdedigen
‘De Wet kwaliteit klachten en geschillen (Wkkgz) biedt de mogelijkheid om naast een klacht ook een schadeclaim in te dienen; maximaal 25.000 euro. De uitspraak van de geschillencommissie is bindend: arts en patiënt moeten het ermee doen. Zij hebben dus allebei een belang te verdedigen.
Een SKGE-geschillencommissie onderzoekt bij een schadeclaim allereerst of er goede zorg is verleend. Heeft de zorgverlener volgens de standaarden van de beroepsgroep gehandeld? Als de klacht van de patiënt gegrond blijkt, volgt de tweede vraag: heeft die normschending aantoonbaar tot schade voor de patiënt geleid? Er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de medische behandeling en de geclaimde schade. Dat verband is vaak moeilijk te bewijzen. 
Een voorbeeld is het geschil waarin een patiënt haar huisarts verweet dat die haar te lang Risperdal had laten gebruiken, waardoor de patiënt een neurologische bewegingsstoornis had opgelopen. De patiënt vroeg een schadevergoeding van 24.000 euro. De geschillencommissie verklaarde de klacht gegrond, omdat de huisarts inderdaad te afwachtend was geweest in haar medicatiebeleid. De schadeclaim werd echter afgewezen, omdat onvoldoende vaststond dat een proactieve opstelling van de huisarts tot een ander medicatiebeleid zou hebben geleid. Ook was niet zeker dat het eerder afbouwen van het gebruik van Risperdal een ander klachtenbeeld zou hebben gegeven.’

Zorgverlener als second victim
‘De laatste jaren wordt in het aansprakelijkheidsrecht steeds meer aandacht aan de benadeelde besteed. Aan diens sociaal-emotionele behoeftes en verlangen naar erkenning. Mijn onderzoek gaat juist over de andere kant: hoe is het voor de zorgverlener om aangesproken te worden op een fout of tekortkoming? Hoe werkt dat door in de relatie met de patiënt? 
Ook voor de aangesproken zorgverlener kan het moeilijk zijn om het gebeurde een plek te geven. De specialisten die ik voor mijn onderzoek heb gesproken, zeiden dat het geschil of de gebeurtenis die er de aanleiding voor was, grote impact op hen had. Binnenkort ga ik ook met enkele huisartsen spreken die met een medische claim te maken kregen. Vermoedelijk geldt voor hen hetzelfde. Misschien is het voor hen zelfs zwaarder, vanwege de vaak langdurige band met patiënten, gezinnen en de verdere sociale context. Aangesproken huisartsen staan er bovendien vaak alleen voor, terwijl een medisch specialist wordt bijgestaan door de instelling waar hij werkt.’ 

Aandacht voor het menselijk aspect
‘De procedure van de Wkkgz is laagdrempeliger, goedkoper én minder juridisch dan een rechtszaak. Met name in de fase vóór de geschillencommissie ligt de focus meer op het menselijke aspect. De Wkkgz-procedure is er immers op gericht om de relatie te herstellen. Die insteek kan beide partijen helpen de gebeurtenis die hun leven zo heeft beïnvloed beter een plek te geven. 
Als de klacht bij de geschillencommissie terecht komt, verschuift de focus meer naar het juridische, met name ook als er een schadeclaim is ingediend. Toch wordt ook dan de menselijke kant niet uit het oog verloren. Met enige regelmaat spreekt de commissie uit dat de manier waarop de patiënt is bejegend niet is zoals van een zorgverlener verwacht mocht worden. De zorgverlener had zich meelevender of actiever kunnen opstellen. Daarmee geeft de commissie erkenning aan de patiënt. 
Tegelijkertijd wordt ook met respect en begrip naar de positie van de zorgverlener gekeken. Daarmee doet de commissie zowel de patiënt als de zorgverlener recht. Voor beide partijen is dat van groot belang voor de verwerking.’ 




Stichting Klachten & Geschillen Eerstelijnszorg
Postbus 8018
5601 KA Eindhoven


088 0229100
Maandag t/m donderdag
tussen 09.00 en 17.00 uur.